Natuurbeheer Skalsumer

Nationaal Park Skalsumer voert een actief beheerbeleid. Actief beheer betekent ingrijpen in het landschap.

Wat wij willen

 Wat wil Park Skalsumer? Dit om de karakteristieke landschappen van de Skalsumer, landschappen te behouden en zo mogelijk verder te ontwikkelen. Bijvoorbeeld heide, stuifzand en verschillende bossoorten. Een grote verscheidenheid aan flora en landschappen creëert automatisch een verscheidenheid aan dieren. Omdat elk dier zijn eigen voorkeuren heeft, bijvoorbeeld over onderdak, vocht en voedsel. Dat brengt ons bij het tweede doel van Nationaal Park Skalsumer: een uitgebreide biodiversiteit. Biodiversiteit betekent niets meer dan verschillende levensvormen. Zowel flora als fauna.

Landschap

Het landschap wordt vooral gekenmerkt door vegetatie. Om een bepaald type landschap te behouden, is het noodzakelijk om voor de vegetatie te zorgen. Zorg voor de vegetatie betekent het verwijderen van soorten, het creëren van ruimte voor andere soorten of het zo nodig diversifiëren van de vegetatie. Een deel van het onderhoud wordt uiteraard gedaan door de herders van het park, zoals herten, wilde geiten, moeflons en wilde zwijnen. In de afgelopen jaren is er ook in geringe mate gebruik gemaakt van runderen voor begrazing.

Herders

Het gebruik van herders alleen is echter niet genoeg. Sinds de jaren '70 zijn de "dennenkappers" van vrijwilligersvereniging Skalsumer actief bezig met het verwijderen van pijnbomen uit open terreinen om de groei van struiken tegen te gaan. Als dit niet gebeurt, groeien de heidevelden snel, waardoor de heidevelden verdwijnen en worden vervangen door relatief eenzijdige dennenbossen. Eenzijdig betekent: met meerdere verschillende soorten planten en dieren. Sinds 1980 wordt de heide van het park bewaterd om onkruid tegen te gaan (overgroei van heideplanten, afhankelijk van de grassoort). Ook maaien en branden.

Interventie

Interventie vindt ook plaats in bossen. Bomen worden op kleine schaal aangeplant, maar de focus ligt op natuurlijke verjonging: het uiterlijk van de bomen "uit zichzelf". Inheemse eik is in beperkte mate aangeplant en beschermd. Dit komt omdat natuurlijke regeneratie moeilijk is, omdat wilde dieren gemakkelijk jonge eiken eten. Elektriciteitsroosters of boomstammen worden gebruikt om jonge plantages te beschermen.

“Landschapszorg kan niet los worden gezien van de bijbehorende zorg voor dieren die de vegetatie opeten.”

Behoud

Natuurbescherming

 Landschapszorg kan niet los worden gezien van de bijbehorende zorg voor dieren die de vegetatie opeten. Sommige diersoorten kunnen worden aangemoedigd door meer planten te eten. Het is een indirecte beheersmethode die gericht is op het vergroten van de abundantie van bepaalde soorten.

 Andere soorten moeten worden teruggedrongen. Dit gebeurt door te jagen. Edelherten, moeflons en wilde zwijnen hebben in Nederland geen natuurlijke vijanden meer en zonder ingrijpen neemt hun aantal in een oogwenk zodanig toe dat de planten en bomen die ze eten verdringen en daarmee de landschapstypen van het park te behouden.

De voorheen eentonige bossen van het park zijn diverser geworden, omdat de natuurlijke instandhouding van andere boomsoorten de mogelijkheid biedt om verder te groeien als het bos uitdunt. De diversiteit aan boomsoorten is nu groter dan voorheen en er is veel variatie tussen dicht en open, licht en donker bos met verschillende sterkte en mate van uitdunning.

Blogs

Hello world!

Welcome to WordPress. This is your first post. Edit or delete it, then start writing!